Gert Riphagen (1956, Olst) wilde van jongs af aan journalist worden. Uitgeloot voor de School van de Journalistiek, begon hij zijn carrière in 1976 als leerling-journalist op de sportredactie van het Algemeen Nederlands Persbureau in Den Haag.

Hij werkte achtereenvolgens op de redactie binnenland (1978-1980) en de Rotterdamse redactie (1980-1986) van het ANP.

In 1986 stapte hij over naar de Rotterdamse redactie van De Volkskrant om daarna van 1989 tot 1991 te werken op de Haagse parlementaire redactie van deze krant met als specialismen Justitie, Binnenlandse Zaken en Landbouw en Visserij.

In 1991 maakte hij de overstap naar de voorlichting en werd woordvoerder asielbeleid van staatssecretaris Kosto van Justitie. Hij werkte vervolgens twee jaar voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

In 1995 ging hij als persvoorlichter jeugd en sport werken voor staatssecretaris Erica Terpstra (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), drie jaar later voor haar opvolgster Margo Vliegenthart (1998-2002) en enkele maanden voor Clémence Ross-Van Dorp.

Van december 2002 tot februari 2007 werkte hij bij VWS in een nieuwe functie: kwaliteitsimpuls schriftelijke communicatie, beter gezegd: notadokter. Zijn taak was VWS-ambtenaren te ondersteunen bij het schrijven van brieven en beleidsnota’s voor het parlement. Daarnaast gaf hij in columns tips over goed taalgebruik, organiseerde taalactiviteiten als dictees en werkte mee aan trainingen.

Van 1 februari 2007 tot 1 juli 2012 was hij eindredacteur persberichten en speeches bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en geeft hij ook daar taaladviezen. VWS heeft de functie van notadokter opgeheven.

Sinds 1 juli 2012 is Gert Riphagen persvoorlichter bij de Eerste Kamer