Home > Ambtelijke taal
51. Jongstleden (10-6-2007)

Cynici zeggen dat het niet erg is wanneer er taalfouten worden gemaakt, als het maar consequent gebeurt. Dus niet ‘ik vind’ en ‘ik vindt’ in twee opeenvolgende zinnen. Dat is inderdaad storend. Maar twee keer ‘ik vindt’ vind ik persoonlijk nog storender.

 

Een ijverige collega dacht onlangs de taalregels van de notadokter goed toe te passen door in een brief van de minister aan de Kamer de afkorting ‘jl.’ te vermijden. In de brief staat: “Eind mei jongstleden ontving ik het RVZ advies “van weten naar doen”.” Prima, ook al zou eind mei 2005 nog beter zijn geweest, dan hoef je als lezer niet naar de datum in het briefhoofd te kijken.

 

Een paar zinnen verderop echter is de auteur de regel alweer vergeten. “Het is mijn voornemen om uiterlijk eind november a.s. mijn gezamenlijke standpunt aan u bekend te maken.” Daar had logischerwijs ‘eind november aanstaande’ of ‘eind november 2005’ moeten staan.

 

Gezeur, vindt u? Ik vind van niet. Deze slordigheden horen niet in brieven en zijn ook eenvoudig te voorkomen. Ze kunnen bij het lezen de aandacht afleiden van de inhoud. En dat is niet de

bedoeling. Als je iets schrijft is het ook consequent dat je gelezen wilt worden. Of niet soms?


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier