Home > Ambtelijke taal
45. HIV of hiv ? (15 mei 2007)

Ooit kreeg ik bijgaand mailtje van een opmerkzame collega bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: “Bij een laatste blik op een regeling viel op dat HIV/hiv afwisselend met hoofd- en kleine letters wordt geschreven. Het groene boekje (hoofd-) en de Dikke van Dale (kleine letters) spreken elkaar tegen. Renkema noemt het hiv-virus enkel als voorbeeld van een tauto-allergie. De WHO gebruikt hoofdletters, de meeste Nederlandse organisaties klein of alles door elkaar. Ook onze internetsite is niet consequent. Wat nu?

 

Is onze taal zo ingewikkeld? Ja, op dit punt helaas wel. Maar ook weer niet.

Een afkorting schrijf je in beginsel met hoofdletters. Maar: bij een begrip dat ingeburgerd is geraakt of waarvan iedereen alleen de afkorting gebruikt (weet u nog waar Hema voor staat?) worden de hoofdletters vaak vervangen door kleine letters. De taalkundige Renkema haalt in de Schrijfwijzer een sprekend voorbeeld aan: ons toilet is ooit begonnen als W.C. maar nu gewoon wc. Ook AIDS heet na tientallen jaren nu gewoon aids.

 

Hetzelfde geldt voor hiv. Dit is van oorsprong uiteraard een afkorting, maar die afkorting is door de tijd een zelfstandig begrip geworden. Dan kunnen de hoofdletters weg. Weinigen weten waarschijnlijk nog dat hiv staat voor human immunodeficiency virus. Het Groene Boekje, de officiële woordenlijst van de Nederlandse taal, schrijft ook hiv. Dat geldt ook voor hiv-besmetting, hiv-test, enzovoorts. 

 

De vraag is natuurlijk: wanneer is een afkorting als afkorting ingeburgerd? Daar kun je over twisten. Het Algemeen Dagblad bijvoorbeeld schreef meteen na de uitbraak in Azië van het severe acute respiratory syndrome over sars, terwijl andere media SARS schreven. Het AD gokte er op dat sars een blijvertje zou worden en hanteerde daarom van meet af aan de kleine lettertjes. Jammer voor de volksgezondheid, maar taalkundig een goede gok.


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier