Home > Ambtelijke taal
32. Ambtelijke onderlegger (20-3-2007)

 

De fameuze Houtrusthallen in Den Haag bestaan al enige tijd niet meer. Menig sportliefhebber kan daar nog steeds een traan om laten. Stadsplanologen en stedenbouwers hebben daar geen boodschap aan. Zij maakten voortvarend een stedenbouwkundig plan voor het braakliggende terrein. De ene z’n dood …..

 

Dit plan was, zo leerde een Haags raadsvoorstel destijds, ‘de onderlegger’ voor het ontwerpen van bouwplannen en een inrichtingsplan. Een onderlegger? Die term ken ik alleen als molton deken voor het onderlaken. En Van Dale’s woordenboek voegt daar aan toe: ‘een voorwerp dat onder een ander ligt’ of ‘een liggende balk die men van onderen aanbrengt, om tot steun van bouwwerk of van zware lasten te dienen.’

 

Een onderlegger voor bouw- en inrichtingsplannen, dat is nu typisch onnavolgbare ambtelijk taalgebruik, vaktaal zo u wilt. Daar had natuurlijk moeten staan: vertrekpunt of kader. Maar de creativiteit is vast nog niet op. Het wachten is nu op de term ‘bovenlegger’. Ik ben benieuwd wanneer die in ambtelijke stukken opduikt. En wat de betekenis dan is. Een stuk om iets af te dekken…..


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier