Home > Ambtelijke taal
27. Dader gezocht (25-2-2007)

 

Passieve zinnen zijn een bron van ergernis in de Nederlandse taal. Deze zinnen zijn meestal onnodig lang, ondoorzichtig en vaag. De ergste passieve zin is die waar het onderwerp zoek is, waar je maar moet raden wie iets doet. Dat leest lastig en schept verwarring bij de lezer: wie komt er nu in actie? Het taalgebruik is onvoldoende precies.

 

Neem nu de zin: “Gemeenten worden gestimuleerd om de lasten voor hun burgers beperkt te houden.” Niet duidelijk is wie hier stimulerend optreedt. Waarschijnlijk de staatssecretaris van VWS, want die schrijft de betreffende brief. De zin “in overleg met de VNG wordt gewerkt aan handreikingen” kent hetzelfde euvel. Dader gezocht: wie werkt er met de VNG?

 

Een andere brief bevat de passage: “Daarnaast wordt gekeken naar vereenvoudiging van de regeling.” Wie kijkt daarna? VWS, een uitvoeringsorganisatie, een bureau dat een advies voorbereidt?  Ook de passieve zin “Op 27 mei 2005 is het wetsvoorstel voor de Wmo aan de Tweede Kamer aangeboden” maakt de lezer niet duidelijk wie het wetsvoorstel heeft aangeboden: de staatssecretaris van VWS, de minister en staatssecretaris van VWS, of meerdere bewindslieden?

 

Vermijd dus passieve zinnen en vooral zinnen waarin niet staat wie iets doet. Soms is het echt niet duidelijk wie de handelende persoon is. “Er wordt geklopt” mag, omdat je meestal niet weet wie er klopt. Tenzij je een afspraakje hebt en vol verlangen op je geliefde wacht. Dan is het: “Mijn liefste klopt op de deur.” Dat is niet alleen taalkundig beter maar ook beter voor je relatie.

 


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier