Home > Ambtelijke taal
175. WTV of wtv? (5-12-2008)

“In de brief van 24 november 2008 is nader ingegaan op de situatie op de arbeidsmarkt en de maatregelen die op dat terrein worden genomen, waaronder openstelling van de regeling werktijdverkorting (hierna: WTV).” Dit schrijft minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.

De vraag is of de afkorting WTV hier terecht met hoofdletters wordt geschreven of dat kleine letters volstaan, dus wtv.

Tja, dat is niet makkelijk. Je hoort Jan Renkema in zijn standaardwerk De Schrijfwijzer als het ware zuchten bij wat hij schrijft over afkortingen: “Voor het hoofdlettergebruik in afkortingen zijn geen officiële regels”. Zoek het dus maar uit. Om hieraan toe te voegen dat er wel twee tendensen zijn. De eerste: Hoe ouder de afkorting hoe groter de kans op hoofdletters. De tweede: Hoe bekender de afkorting des te groter de kans op kleine letters. Bovendien krijgt een zaakafkorting kleine letters: tbc, hbo, ufo en pc.

Zo bezien ligt het voor de hand het begrip werktijdverkorting met kleine letters af te korten: wtv. Het is immers geen oude afkorting, inmiddels vanwege de economische crisis redelijk bekend en het is als regeling inderdaad iets zakelijks. Hier had dus beter wtv kunnen staan.

Maar: een wet kort je meestal toch af met hoofdletters? Hoe zit dat dan? Dat is doorgaans inderdaad het geval. De wettelijke regeling voor de werkloosheid is de WW en onze oudersdomswet heet de AOW. Dat komt door een andere regel die zegt dat je de schrijfwijze van de naamgever moet volgen. En voor wetten heeft de overheid officieel vastgelegd dat die met hoofdletters afgekort worden. Het is maar dat u het weet.


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier