Home > Ambtelijke taal
153. Quick scan (1-9-2008)

 

Beter een half ei dan een lege dop, luidt het spreekwoord. Het betekent dat je beter met iets minder genoegen kunt nemen dan helemaal met lege handen te staan: iets is beter dan niets. Zo is het ook vaak met kritiek op ambtelijk taalgebruik: het kan altijd beter, maar soms is het al verbeterd. Hoe kritisch moet je dan zijn?

 

Neem nu de volgende zin in een brief aan de Tweede Kamer: ‘Naar aanleiding van dit congres heeft het ministerie opdracht gegeven om door middel van een quick scan twaalf goede praktijken uit de programma’s te beschrijven en te analyseren.’ Wat opvalt, is dat het ene vreemde woord niet vertaald wordt en het andere wel. Quick scan blijft gewoon quick scan, terwijl goede praktijken een keurige vertaling is van het veelgebruikte good practises. Overigens was goede praktijkvoorbeelden wellicht een betere vertaling geweest, maar dat terzijde.

 

De kern is dat de auteur niet erg consequent is in zijn taalaanpak. En dat is eigenlijk wel jammer, want de stap was in dit geval niet zo groot geweest. Een quick scan is weinig anders dan een kortdurend onderzoek of een doorlichting.

 

Vreemde woorden waarvan je naar de betekenis moet raden zijn een plaag in ons taalgebruik. Zeker als er goede Nederlandse alternatieven voorhanden zijn. Anders ligt dit natuurlijk bij vreemde woorden die inmiddels ingeburgerd zijn. Niemand noemt een computer nog een tiktafel, hield iemand mij ooit voor; en wie noemt er shampoo nog haarwas, een snackbar een peuzelkroeg of een mountainbike een bergfiets? Of deze column beter een stukje kan heten moet u als lezer zelf maar uitmaken.

 


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier