Home > Ambtelijke taal
140. Werkzekerheid (5-7-2008)

 

Vroeger hadden veel mensen een baan voor het leven. Ze waren timmerman, ambtenaar van de burgerlijke stand of accountant. Dat bleven ze ook, hoewel ze zich in hun vak wel konden ontwikkelen. Als je het goed deed, kon je een leven lang mee in een baan. Er was baanzekerheid.

 

Vandaag de dag lukt dat niet meer. Handmatig werk is verdrongen door machines en banen zijn mede daardoor veranderd. De informatisering van de samenleving heeft nieuwe banen doen ontstaan. Ooit tikte als journalist een stukje op een handmatige typemachine, om dat vervolgens door te bellen naar een medewerkster die het stuk uittikte en handmatig aan de eindredactie ter hand stelde. De computer heeft al die stappen versimpeld en de typiste overbodig gemaakt.

 

Wat we nu alleen weten is dat er werk is. Geloven we de commissie-Bakker dan is er voldoende werk voor iedereen die kan en wil werken. Mensen zitten alleen niet allemaal op de juiste plek, hebben niet de juiste of onvoldoende opleiding. Toch is er werkzekerheid, want werk is er.

 

Ik hoop dat bovenstaand stukje duidelijk is voor u als lezer. Helaas schrijven we dit soort zaken in ambtelijke stukken niet altijd zo eenvoudig op. Zo lees ik in een conceptnota hierover bijvoorbeeld dat 'de werknemer van de toekomst continu moet werken aan zijn inzetbaarheid en zich weerbaar en flexibel moet opstellen in een dynamische wereld waarin baanzekerheid in toenemende mate zal plaatsmaken voor werkzekerheid.' Dat is niet bepaald simpel om te begrijpen. De termen baanzekerheid en werkzekerheid worden niet uitgelegd, de context is al even weinig concreet. Een nota die bol staat van dit soort taal verandert al snel in een beleidsmoeras.

 

Schrijf toch gewoon: de baan voor het leven bestaat niet meer, maar er is wel werk, als je maar flexibel bent en jezelf steeds blijft ontwikkelen. Het is echt niet moeilijk als het goed uitgelegd wordt.

 


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier