Home > Ambtelijke taal
131. Getrouwheid (30-5-2008)

 

‘De focus van de accountantsrapportage lag bijna geheel bij de problematiek van de getrouwheid’, lees ik in een brief van een College van B en W aan de gemeenteraad. En elders in de brief: ‘Voor 2008 ligt de prioriteit bij het behalen van de goedkeurende verklaring op de getrouwheid. Dit neemt niet weg dat ook de rechtmatigheid zo snel mogelijk op orde moet zijn’.

 

Getrouwheid, is dat nog een term die je vandaag de dag in beleidsteksten kunt gebruiken? Is dat niet een beetje ouderwets talgebruik en daarmee voor veel mensen onduidelijk wat ermee bedoeld wordt? Vraag iemand op straat wat getrouwheid betekent en hij of zij haalt in de meeste gevallen de schouders op. Geen idee. Het Nederlandse straatbeeld is de afgelopen twintig, dertig jaar sterk veranderd en daarmee ook het taalbeeld. Je ziet dat terug in de gratis dagbladen. Die worden mede verslonden omdat ze eenvoudige taal gebruiken, taal die de reiziger weinig tijd kost om te begrijpen. Dat is ook nodig, een reiziger heeft immers weinig tijd. Een woord als getrouwheid zul je in de kolommen van Spits of Metro niet snel tegenkomen.

 

Ambtenaren kunnen daar maar niet aan wennen en gaan er nog steeds vanuit dat hun lezers tijd te over hebben. Bovendien vinden ze dat ze niet al te losjes kunnen schrijven, Jip-en-Janneke-taal, roepen ze dan met een vies gezicht, alsof dat een vloek zou zijn. Maar meestal sluit het ene het andere niet uit en is een eenvoudig alternatief voorhanden. Het woordenboek Van Dale geeft getrouwheid bijvoorbeeld als alternatieven: nauwkeurig(heid) en betrouwbaar(heid). Dat klinkt al veel beter. Maar die ene man of vrouw in de straat die wel (ongeveer) weet wat getrouwheid is zal gewoon zeggen: ‘Het moet kloppen’. Zo is het.

 


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier