Home > Ambtelijke taal
126. Werkende keten (5-5-2008)

De term 'keten' komt nogal eens voor in ambtelijke stukken. De overheid valt er graag op terug als iets niet werkt en we beterschap gaan beloven. 'Instanties wisselen slecht gegevens uit over ontspoorde kinderen', hup, we versterken de keten. 'Het is slecht gesteld met de veiligheid op het spoor': versterk de keten.

 

Welke keten versterkt moet worden is vaak niet meteen duidelijk, dat dient de lezer zelf te weten. Maar weet de lezer dat ook altijd? Heeft die al die voorkennis ook wel? Veronderstellen we niet te veel kennis bij onze lezers? Daar lijkt het wel op.

 

Het vertrekpunt van de ketenkakefonie is vaak nog wel begrijpelijk: instanties doen ieder op hun beleidseiland nuttig werk, maar ze werken onvoldoende met elkaar samen of wisselen onvoldoende informatie uit. En  dit terwijl ze toch voor dezelfde zaak staan, in dezelfde keten van hulp of informatie zitten. Een kind kan begrijpen dat het dan beter is de zaken gezamenlijk aan te pakken of ten minste van elkaars kennis te profiteren.

 

Zo werken Belastingdienst en UWV samen met de gegevens die ze van bedrijven en burgers krijgen voor het uitvoeren van de wetgeving in de belastingen of de sociale zekerheid. Klanten hoeven maar een keer gegevens te verstrekken en de keten doet z'n werk. Makkelijk voor de klant...als het werkt.

 

Dat lukt helaas niet altijd meteen, ook in dit voorbeeld uit de sociale zekerheid niet: er zitten kinken in de kabels. Dus schrijft de minister van Sociale Zaken de Tweede Kamer over een normenkader met normwaarden waaraan voldaan zal moeten worden 'om te voldoen aan een werkende keten'. Dat is nog niet voldoende, de keten moet ook blijven werken. Dus komt er een 'groeipad naar een stabiele keten'. Een werkende, stabiele keten, de droom van iedere beleidsambtenaar!


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier