Home > Ambtelijke taal
120. Adreslozen (10-4-2008)

 

Kartonnen dozen en slaapzakken op rivierkades hebben geen adres, geen straat- of huisnummer. Dak- en thuislozen ontvangen daarom hun post elders, vaak op een postadres van een sociale dienst of een maatschappelijke instelling. Dat is wel zo makkelijk voor alle partijen. Daarom heten dak- en thuislozen in het ambtelijke taalgebruik ook wel adreslozen. Zie hoe rijk de Nederlandse taal is.

 

Daar blijft het uiteraard niet bij. De overheid ontwikkelt ook volop beleid voor adreslozen. Zo is er een heus Bijstandsbesluit Adreslozen dat 'de bijstandsverlening aan belanghebbenden zonder adres' regelt. De gemeente Zwolle schreef er in 2006 zelfs een uitvoerige nota over: 'Adreslozen – zorgen dat het werkt. Hoe om te gaan met postadressen in het kader van bijstandsverlening aan adreslozen'. En met de intoductie van de nieuwe Zorgverzekeringswet werden adreslozen aangespoord zich toch vooral te verzekeren voor ziektekosten.

 

Taalkundig is de term adreslozen wel een aardige vondst maar niet echt een vooruitgang. De term is minder duidelijk dan het gangbare dak- en thuislozen. We weten inmiddels wel dat velen van hen liever op straat slapen dan in een warm bed; dat ze geen (vast) verblijfadres hebben is wel duidelijk. De term adreslozen kan ook op andere groepen slaan, bijvoorbeeld mensen die voor een buitenlands bedrijf hier tijdelijk zijn of studenten voor een uitwisseling, mensen die bij tijdelijk bij derden verbliijven, en noem zo maar wat.

 

Maar toch: adreslozen, een term om te onthouden. De zoekmachine geeft 563 treffers, niet veel voor internetbegrippen, maar het wordt vast een stille opmars. Mocht u ooit de neiging hebben adresloos te worden of onvoorzien in zo'n situatie te komen, dan raad ik u een digitale oplossingaan; zorg voor een goede e-mailadres. Daar komt dan vast ook wel een regeling  voor.


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier