Home > Ambtelijke taal
Gerichte of ongerichte hulp?

Ambtenaren zijn vaak overijverig in hun goede bedoelingen. Ze schromen daarbij niet om in brieven overbodige woorden aan elkaar te plakken. Zo las ik in een brief over een beleidsvoornemen ooit de term ‘gerichte hulp’. Alsof het ook de bedoeling kan zijn om ‘ongerichte hulp' te verstrekken: "Vooruit, hier heb je wat geld en zoek het verder maar uit!" Dat kan natuurlijk wel de uitkomst van onze acties zijn, maar volgens mij ís het vooraf nooit de bedoeling.

Een ander fraai voorbeeld van overijverig taalgebruik is de term ‘inhoudelijk deskundigen’. Zijn er ook deskundigen die geen bal verstand hebben van het terrein waarvoor wij ze bijvoorbeeld om advies vragen? Waarom zou je een dergelijk iemand raadplegen? Een deskundige heeft altijd verstand van de inhoud, anders was hij wel manager geworden.

Het is ook overdreven om organisaties die bij naam genoemd worden ‘gezamenlijk’ een project te laten beginnen. Het noemen alleen al van die organisaties in relatie tot zo’n project betekent dat ze het met elkaar doen. De toevoeging ‘gezamenlijk’ is dan overbodig.

Helaas bezondig ik mij als notadokter ook wel eens aan overijverig taalgebruik, vooral verbaal. Dan gebruik ik twee woorden met dezelfde betekenis in één adem. Zo zeg ik geregeld "toen destijds". Het is een iets andere categorie van taalfalen maar niet minder overbodig. Ik zal het nooit meer doen.

 


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier