Home > Ambtelijke taal
108. Minister (15-2-2008)

Wij Nederlanders zijn soms een statusgevoelig volkje. Zo schrijven ambtenaren in brieven en nota’s de woorden minister of staatssecretaris geregeld, ten onrechte, met een hoofdletter. De enige reden die ik kan verzinnen is dat we een hoofdletter chiquer vinden dan een kleine letter.

 

Taalkundig is er namelijk nauwelijks reden om hier hoofdletters te gebruiken. Je schrijft gewoon minister van SZW of staatssecretaris van VWS. Alleen bij het ondertekenen van een brief is het gebruik van een hoofdletter wel toegestaan maar niet noodzakelijk. Was getekend: De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

 

De enige echte uitzondering betreft wetsteksten. Daarin schrijf je minister wel met een hoofdletter. Dus: Onze Minister, et cetera… De toelichting op de wetstekst,  de memorie van toelichting, is echter weer een gewone tekst en dan volstaat een kleine letter.

 

Voor ministerie geldt hetzelfde als voor minister: gebruik een kleine beginletter. De naam van het betreffende ministerie krijgt wel een hoofdletter omdat dit het onderscheidende element is in de combinatie. Het is dus ministerie van Justitie.

 

Correct schrijven is niet altijd even makkelijk. Van het ministerie van OCW verwacht je op dat punt natuurlijk wel het goede voorbeeld. Dat is helaas niet altijd zo. Zo stuitte ik daar een tijdje geleden in brieven aan het parlement zonder veel inspanning op de onjuiste schrijfwijzen Ministerie van VWS (moet zijn: ministerie van VWS) en Staatssecretaris van justitie (moet zijn: staatssecretaris van Justitie). Soms zitten alle departementen in hetzelfde ministeriële bootje….


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier