Home > Ambtelijke taal
107. Liggend streepje (10-2-2008)

Het koppelteken, oftewel het liggend streepje, behoort tot de meest misbruikte leestekens van de Nederlandse taal. Het duikt vaak ten onrechte op in een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden die heel goed samen (aan elkaar) door een deur kunnen. Tegelijkertijd ontbreekt het liggend streepje geregeld waar het juist hard nodig is, bijvoorbeeld in de naam van een commissie.

Zo onderzocht de commissie-Donner (genoemd naar de vader van de huidige minister van Justitie) ooit de Lockheed-affaire.

 

Toegegeven, de regels voor het gebruik van het koppelteken zijn erg omvangrijk en ingewikkeld. De spellingwijzer van Van Dale wijdt er in niet minder dan achttien pagina’s aan. Dit is veruit het langste hoofdstuk in dit handboek, op dat van het hoofdlettergebruik na.

 

In ambtelijke brieven gaat het vaak fout in twee situaties waar het koppelteken echt nodig is: bepalingen bij organisaties en namen van commissies. Zo las ik ooit in een brief aan de Tweede Kamer over het “IGZ advies overdracht dossier Donorov”. Dat moet natuurlijk zijn: “IGZ-advies overdracht dossier-Donorov.” De woorden in de samenstelling horen nadrukkelijk bij elkaar en het koppelteken drukt dat ook uit. De woorden mogen echter niet zonder meer aan elkaar worden geschreven omdat ze niet gelijkwaardig zijn: het ene deel is een bepaling bij het andere.

 

De Inspectie voor de Gezondheidszorg doet het op dat punt beter dan het kerndepartement. Het bij de Kamerbrief gevoegde advies van de inspectie rept over het Bureau Medische Keuringen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Het advies schrijft vervolgens over een “BMA-arts” en een “BMA-advies”, taalkundig voorbeeldig. Misschien wordt het tijd correct taalgebruik op te nemen in de prestatie-indicatoren van de IGZ voor toezicht.


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier