Home > Ambtelijke taal
95. Respijtzorg (20-12-2007)

Het ministerie van VWS is trots op het duidelijke taalgebruik in de beleidsagenda, het inleidende hoofdstuk van de jaarlijkse begroting. Dan schrik je wel wanneer een welwillende collega van een ander departement die beleidsagenda moeilijk leesbaar vindt. Grootste ergernis: de vele vaktermen. Die zijn in het VWS-wereldje weliswaar gemeengoed, maar daarbuiten kijkt menigeen er raar van op.

 

Zijn we nog steeds te veel in onszelf gekeerd? Die gedachte dringt zich op bij het lezen van de term ‘respijtzorg’ in een brief aan de Tweede Kamer over indicatiestelling. In feite is het een brief van VWS aan het landelijke orgaan dat verantwoordelijk is voor de indicatiestelling, het Centrum Indicatiestelling Zorg, maar een afschrift van de brief ging naar de Kamer.

 

Is respijtzorg een term die je zonder meer kunt gebruiken of is het beter die term uit te leggen? Iemand die ik er spontaan naar vroeg dacht dat respijtzorg te maken heeft met de nieuwe Zorgverzekeringswet, de tijd die je nog hebt (tot 1 maart) om te beslissen over een overstap naar een andere verzekeraar. Respijt betekent volgens Van Dale immers ‘uitstel’.

 

De vraag stellen is hem kennelijk beantwoorden. Respijtzorg lijkt geen inburgerde term en is te veel vaktaal, uitleg is dus geboden. De term wekt bovendien verkeerde associaties want iemand anders die ik ernaar vroeg dacht dat je dan even geen zorg krijgt, uitstel van zorg.

 

Respijtzorg is echter juist het omgekeerde: je geeft even geen zorg, aan familie, buren of vrienden. De folder ‘Drempelvrees bij respijtzorg’ van het Expertisecentrum Informele Zorg legt dat ook uit. Daarin staat: “Zwaar belaste mantelzorgers hebben behoeften aan momenten vrijaf van de zorg, ofwel respijtzorg.” De internetsite van het expertisecentrum definieert het nog iets preciezer: “Alle vormen van tijdelijke overname van zorg om de mantelzorger even vrijaf te geven.”

 

Zo’n nieuwe term sleept in het kielzog een hele stoet aan verwante termen mee. De genoemde folder vermeldt ‘respijtzorgvoorzieningen’, ‘respijtaanbieders’, ‘interessante respijtprojecten’, ‘respijtzorgmogelijkheden’, ‘respijtmedewerkers’, er is kortom een hele ‘respijtbusiness’ aan het ontstaan in Nederland. Daarmee proberen we de mantelzorger te ontlasten. Oh, u kent de term ‘mantelzorger’ niet? Ik neem even ‘taalrespijt’ om het u uit te leggen.

 

(eerder gepubliceerd in de bundel '202 stukjes; VWS-ambtenaren en een Tweede Kamerlid schrijven over taal, april 2006)


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier