Home > Ambtelijke taal
83. Werkvlek (30-10-2007)

Ooit gehoord van een werkvlek? De notadokter niet en Google amper: slechts zeven hits op de grootste zoekmachine van het internet. Dat komt niet vaak voor. Een andere zoekmachine, Alta vista, doet het niet beter: ook slechts één vermelding, zij het een andere. En toch beschikt de gemeente Den Haag over heuse werkvlekken.

 

Google denkt dat ik een tikfout heb gemaakt: “Bedoelt u soms werkplek?” In dat geval komt er een stortvloed van vermeldingen, begrijpelijk. Ook flexplek mag zich verheugen in grote bekendheid; tal van hits op het intranet. Maar ik zoek werkplek noch flexplek, ik wil weten wat een werkvlek is.

 

Dat blijkt, bij navraag ter plekke, toch minder ingewikkeld dan gedacht. Een werkvlek is een min of meer vaste werkplek die andere mensen kunnen gebruiken bij afwezigheid – ziekte, vakantie, vrije dag - van degene die er normaal zit. Dat is iets anders dan een flexplek: daar ben je nooit zeker van je plek. Iedereen kan op een flexplek terecht, volgens het principe ‘wie het eerst komt wie het eerst maalt’. Bij werkvlek is dat dus niet het geval.

 

Flexplek en werkvlek zijn in wezen broer en zus, met dat verschil dat de eerste ‘wereldberoemd’ is en de tweede een miskend genie. Slechts zeven hits op Google, die zet je niet op je cv.

 

Werkvlekken en flexplekken mogen dan niet hetzelfde zijn, bij de gemeente Den Haag hebben ze één ding gemeen. Ze leven onder de tucht van het clean desk syndrom, het opgeruimd-bureau-staat-netjes-denken. De gemeentesecretaris gaing er af en toe hoogstpersoonlijk de verdiepingen af om te zien hoe leeg en schoon de bureau’s er zijn. De laatste rondgang stemde hem redelijk tevreden over zoveel de ambtelijke zelfdiscpline. Hij kon zelfs geen vlekje ontdekken op de werkvlekken…..


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier