Home > Ambtelijke taal
169. Mijn genoegen (10-11-2008)

 

Het verkeer tussen kabinet en parlement is over het algemeen zakelijk van aard. Ik kom nooit een brief van een minister tegen waarin staat: ‘Beste Tweede Kamer, we hebben nu iets moois bedacht!’ Of een zin als: ‘Jullie geloven het misschien niet, maar deze maatregelen gaan echt fantastisch werken, het is kicken.’

Af en toe druppelt er wel iets van emotie in door. ‘Zoals hierboven aangegeven, is het kabinet verheugd dat de schappen de Code goed bestuur in gezamenlijkheid hebben opgesteld’, lees ik in een brief aan de Kamer. Wie denkt dat bewindslieden elke vrijdag zitten te somberen in de Tręveszaal komt bedrogen uit. Het kabinet kan wel degelijk ergens blij mee zijn.

Soms heeft een minister er gewoon plezier in wanneer iets goed gaat. Zo staat in genoemde brief aan de Kamer: ‘Het doet mij genoegen u te kunnen meedelen dat ik inmiddels de Code Goed Bestuur product- en bedrijfschappen heb ontvangen.’ Toch fijn dat een minister daar zo’n lol in kan hebben.

Helaas, het is niet altijd bal. Soms moet een bewindspersoon zich inhouden en moeten de vreugdevuren gedempt worden. Bijvoorbeeld als nog niet duidelijk is of bepaalde afspraken wel zijn nagekomen. Dan kan er geen lach af en rest een minister weinig anders dan de Kamer enigszins terneergeslagen te schrijven: ‘Om die reden ben ik niet in staat nu al te reageren op genoemde moties.’


Deze website is powered by: Mail de webmaster hier